Thuisblijfblues

Weer slaat het toe zodra ik twee dagen - dus een werkweek - niet naar kantoor ben geweest. Het begint met frustratie en vermoeidheid en dan gaat er ineens ergens een laatje vol ergernissen open. Al snel komt de archiefkast met irritaties zich er ook mee bemoeien en voor ik het weet zit ik op de bank met een kindje slapend in mijn armen en ik vraag me af waarom ik mezelf dit blijf aandoen.

Deze week heb ik me opnieuw ziek gemeld na de val van de donderdag ervoor. Met mijn pols gaat het steeds ietsje beter en laten we eerlijk zijn, ik kan beter nu een weekje weg zijn en mijn kind weer kunnen optillen dan dat ik stompzinnig doorga en een maand of langer met een pijnlijke en halfwerkende pols zit. Dit klinkt bijna als het excuus voor maandag, maar zo is het niet. Ik heb er dit keer ontzettend de smoor over in dat mijn baas niet reageert op mijn afmelding, niet vraagt hoe het gaat, maar wel tot twee keer toe vraagt of ik nog even snel een vertaling voor hem kan tikken.

Ik heb in die vijf jaar bij deze werkgever al heel veel druppels voor mijn kiezen gehad en waarschijnlijk is het daarom ook niet zo verwonderlijk dat de emmer een keertje vol zit. Mijn kindje snottert en hoest zich gek. Dat vertaalt zich in: hij heeft me nodig. Kan ik me elke keer afmelden als hij wat heeft? Alleen bij een baas die dat begrijpt en accepteert. Want een huilerig kindje met verhoging valt vast niet onder calamiteitenverlof.

En dat is een ander punt. Ik heb onlangs de punten opgesomd die min of meer mijn eisenlijstje vormen voor volgend jaar. Het is niets anders dan wat ik voor dit jaar tot en met december heb bedongen, maar voor 2012 is er nog niets afgesproken. Niet officieel, niet onofficieel. Ondanks diverse waarschuwingen vooraf, tussentijds en de paar keer dat ik nu al aan de bel getrokken heb, geeft mijn baas geen krimp. Hij komt zelf niet met het idee dat we moeten praten. Voor hem hangt alles af van de bladeigenaar, en ook al heb ik die vraag aan de vertaling vast gehangen, ik heb geen antwoord gezien over hoe het laatste gesprek met hem is verlopen. Ik krijg geen enkele reactie, terwijl hij me met zijn vertalingen wel weet te vinden. Uiterst onbeschoft, denk ik dan.

Ik heb er gisteren nog een losse mail aan gewaagd, naar aanleiding van een bericht dat ik zelf heb ontvangen. Zoals ik vorige week al opmerkte, het heeft weinig zin om een volledige planning voor 2012 op touw te zetten als er geen zekerheid is dat we het blad volgend jaar nog maken. Ik kan wel dingen aanvragen en opdrachten uitzetten, maar vooral bij dat laatste - afgezien van de discussie over het al dan niet inzetten van kostbare freelancers - is er geld mee gemoeid. Als ik een opdracht geef en we kunnen er niets mee doen, dan zullen we toch de facturen moeten voldoen. En terecht. Dus heb ik gisteren nog maar eens gemaild dat ik nu toch echt antwoord moet hebben wat het blad betreft, want ik moet verder. Over de rest - mijn eigen situatie en de werkdruk - heb ik niet gerept. You have to pick your battles. Eentje tegelijk lijkt me goed genoeg.

Toch dringt ook die tweede deadline zich op. Blad of geen blad, hoofdredacteur of niet, ik moet weten waar ik aan toe ben. Want als er iets is wat me net nog even gek kan krijgen voor de Kerst, dan is het wel die verdomde onzekerheid. Vandaag was ik zelfs zo ver om te zeggen: fijn, goed, het is mooi geweest met vijf jaar - ik stop ermee. Ook al betekent dat ontslag nemen in dit huidige klimaat vol financiƫle rommel. Ik wil eerst zeker weten dat wij als gezin het redden en dat de droom van een eigen huis niet in rook opgaat daardoor. Maar zo langzamerhand begint de weegschaal wel heel erg over te hellen naar een kant.