Wortel-met-pindakaas. Wat een slecht idee.

Een van de personages in mijn huidige vertaling is een vrouw die aardig wat kilo's is afgevallen en die dus veel sport en gezond en bewust eet. Nou ja, tot op zekere hoogte, dan. Want ondanks het feit dat ze zich niet waagt aan een lekkere donut, heeft ze in haar bureaula wel haar middagsnack klaarstaan: worteltjes met pindakaas. Geen heel verstandige dieetkeuze, als je het mij vraagt. Maar daar gaat het niet om.

In eerste instantie dacht ik dus (ik neem aan "ook"): jakkes. Maar drieënhalve seconde later fluisterde een klein stemmetje: "zou het...? Zou het lekker zijn?" Ik zat op dat moment namelijk net in alle rust te werken achter mijn laptop, en zoals gebruikelijk ligt het gevoel van misselijkheid dan op de loer als ik niet regelmatig iets eet. Wat dan ook. En dankzij die heerlijke hormonen is alles een optie, niet alles een even goed idee en kun je wel wat afwisseling gebruiken.

Ik grijp de laatste tijd al veel te vaak naar snoep en chocolade, al is dat volgens mij om de schade in te halen omdat ik rond Sinterklaas en Kerst het hele idee van zoetigheid niet wist te waarderen. Maar het is de laatste weken dus echt zo erg dat ik trek krijg in iets waarover ik op dat moment lees, of vertaal. En in dit geval begon ik me af te vragen of worteltjes met pindakaas niet stiekem toch lekker kon zijn. Wortels met suiker is heerlijk. Mijn moeder zweert bij pindakaas met banaan, dus wie weet...

Nou, ik heb het geweten. Aaaa-jasses. Eén klein hapje geprobeerd en dat doe ik dus nooit meer. Tot ik een paar bladzijden verder iets lees over een cherry tart pie en ik meteen denk: o, maar kersentaart is wél lekker. En dus meteen kersenvlaai wil eten. En er 's avonds met boodschappen doen zowaar nog eentje zie liggen ook. Een eenpersoonstaartje. Jummie.

Of dit nou die cravings zijn waar je anderen over hoort, ik weet het niet. Ik heb geen trek in een augurk met slagroom, om er maar eens een geijkt voorbeeld in te zwiepen. Maar ik ben wel heel gevoelig voor suggestie, blijkbaar. Eten ze pizza, dan denk ik: hmm, pizza. Gek genoeg eten die figuren dus nooit een lekker sappige appel of pakken ze een glas water of zoiets gezonds en eenvoudigs. Nee, een zak marshmallows, die uiteraard in Nederlandse variant in de winkel weer enorm tegenvalt. Want ja, ook die heb ik maar meegenomen. Ik was toch in de supermarkt.

Nog even een boek vertalen? Nee, sorry, gaat echt niet. Slik.

Begin januari leek het eerste halfjaar van 2014 eigenlijk vrij eenvoudig: ergens in die tijd gaan wij verhuizen en er stonden na januari nog twee boeken op de agenda als vertaalwerk. Lekker met een maand ertussen, dus prima te doen en dan houd ik me ook - hopelijk - rustig genoeg voor de dikke buik en kan ik wellicht nog een paar spullen in- en weer uitpakken. En een belastingaangifte of wat doen.

Het is nu half januari en het lijkt wel één grote chaos. We krijgen aannemers en verhuizers over de vloer die een offerte mogen uitbrengen (aardig van ons, hè?), we moeten nog een vergunning regelen en nog wat andere bedrijven bellen, plannen wanneer wat allemaal gebeuren moet (en kan en mag), en uiteraard ook onze spullen eindelijk eens gaan inpakken. En weggooien. En zo.

En ondertussen staat de teller op vijf boeken, in hetzelfde halfjaar als eerst. De deadlines volgen elkaar snel op en ik red het wel, als er maar niks tussenkomt. Zoals een eh... verhuizing... of zo.

Ik weet het, ik doe het zelf. Ik kan gewoon echt alleen maar 'nee' zeggen tegen een leuke klus als ik echt, echt, echt geen tijd heb (omdat een ander boek al loopt in die weken en ik er toch met de beste wil van de wereld geen twee tegelijk kan vertalen) of het zo weinig betaalt dat ik in die tijd beter even m'n arme enkels iets omhoog op de bank kan leggen terwijl ik spullen inpak of het volgende vertaalklusje vast lees.

Maar ik vind het wel lastig. Nee zeggen, bedoel ik. Ook voor het zwangerschapsverlof heb ik geen flauw idee wat ik moet verwachten. Ik weet hoe het de eerste keer ging, en het verbaasde me destijds nog dat ik tijd had voor mezelf terwijl baby sliep, en dat deed baby (uiteraard!) nog vrij veel. Maar ja, die baby is nu een peuter, dus ik neem zo aan dat het niet helemaal zo loopt als de vorige keer.

Als er een leuke klus voorbij komt, kijk ik naar de agenda en dan denk ik: voor zo veel woorden heb ik ongeveer zo veel weekjes nodig, dus als ik nou m'n best doe en nu opschiet, heb ik straks misschien wel een paar daagjes extra... of dan kan ik voor het verlof misschien alvast... of als het allemaal goed gaat, dan kan ik tijdens het verlof misschien al beginnen...

Maar goed, als de deadline ongeveer dezelfde is als de uitgerekende bevallingsdatum, dan wordt het toch tijd om niet langer eigenwijs te zijn en gewoon te zeggen: 'Nee, sorry, gaat echt niet.' Slik.

'Schat, de koelkast stinkt. Kijk jij even?'

'Ruik jij 's in de koelkast.'
'Waarom?' vraagt mijn man die net zijn brood maakt.
'Omdat er iets heel erg stinkt.'
'Ja, lekker zeg.'
'Ja, maar ik word er misselijk van en straks ga ik over mijn nek.'
'Ik doe het zo wel.' Ja, ja.

De volgende ochtend walmt de nog net wat sterkere stank me echter tegemoet van ergens uit die koelkast. Er staan een hoop bakjes met restjes, en eentje daarvan moet de schuldige zijn. Of meer dan een, maar laten we daar maar niet bij stilstaan.

Heldhaftig besluit ik bakje voor bakje te bekijken. Maar ik heb ze nog niet eens opgetild of de geur is zo hevig dat ik sta te kokhalzen. En als ik ergens een hekel aan heb, is het wel overgeven. Dit is een van die dingen die baby-in-de-buik maar moet leren: mama doet niet aan overgeven, tenzij het echt niet anders kan. En een vieze lucht uit de koelkast gaat me er niet onder krijgen.

Makkelijk gezegd. Even later sla ik de koelkastdeur dicht om diep een frisse adem te halen en mineraalwater te drinken en mijn hoofd de rest van mijn lijf te laten meedelen dat we toch echt niet boven de plee gaan hangen. Maar goed, ik kan nu wachten tot mijn man thuis is - over pak 'm beet een uur of zeven - of gewoon stoer, sterk en vooral eigenwijs zijn en die koelkast weer opentrekken. Straks moet ik toch ook een lunch maken, en dan kom ik er misschien minder goed van af.

Afijn, met een mouw van mijn dikke vest voor neus en mond geslagen pak ik alle plastic bakjes uit de koelkast die mogelijk de bron van de stank kunnen bevatten. Dat zijn er aardig wat, en de rest vertrouw ik ook niet, dus dit wordt een echte beproeving. Een bakje spinazie van joost mag weten wanneer ook alweer is half bedekt onder een dikke laag schimmel. Iets wat leek op satesaus, maar wat na openen toch spaghettisaus is kijkt me eveneens aan met een oog of acht. Jakkes.

Heel voorzichtig ruiken aan een restje vlees. Op zich ruikt het niet heel vreemd, ietsje zurig, maar er zit mosterdsaus bij. Maar ja, als je bedenkt dat dit het vlees van Tweede Kerstdag was - en het nu 8 januari is - gooi ik het toch maar gewoon genadeloos weg, anders mag ik morgen weer zo'n toer uithalen. En ander bakje met verdacht uitziende troep kieper ik er meteen achteraan, dan is alles weg.

Vanochtend was ik vroeg wakker. Kindje riep dat hij z'n speen kwijt was, dus dan zit je meteen overeind in bed. Even snel wassen en aankleden en de misselijkheid overspoelde me al. Te snel opgestaan? Te vroeg opgestaan (klinkt leuk, maar is onzin)? Er valt weinig aan te doen. De verloskundige zei dat het zo langzamerhand wel over moest gaan, dat misselijke gevoel. Maar dat het ook mogelijk was dat ik er de hele zwangerschap last van bleef houden. Ze had weervrouw kunnen worden, echt waar.

Maar goed, na een ochtendje vechten tegen misselijkheid en dan met ontbijt in het vooruitzicht door je verraderlijke koelkast ploeteren kan ik je niet aanraden. Daarom vroeg ik het gisteravond ook aan mijn man, natuurlijk. Ik wist ook wel dat ik misselijk werd van de geur, maar dacht niet dat het zo erg zou zijn. Wie weet blijft dat zintuig ook wel de hele zwangerschap op scherp. Leuk, joh.

(En alsof dat nog niet lollig genoeg was, zet ik even later ook nog de kaasschaaf in mijn duim. "Mama, heb je weer een pleister?" vraagt zoontje tijdens het ontbijt. "Ja, schat. Mama heeft weer au.")

Wat moet ik nu weer eten?

Er is een groot verschil tussen de vraag "wat moet ik nu weer eten?" van iemand die zwanger is en de vraag "wat gaan we vandaag eten" van zo'n beetje iedere andere persoon. Vandaag is namelijk weer zo'n dag waarop ik constant misselijk ben. Geen idee waarom het nu opeens weer zo heftig toeslaat, maar er is geen ontkomen aan. 

"Dan moet je af en toe kleine dingetjes tussendoor eten." Ik hoor het de verloskundige nog zeggen, en het staat ook zo op elke website. Maar weet je wat het is? Als je de hele dag al bezig bent je vol te stoppen, dan weet je zo rond een uur of drie dus echt niet meer wat je nu nog moet eten. Je hebt alles wel gehad. Van zoet (bonbons) tot zout (tucjes) en hartig (broodje kaas) tot zuivel (pudding) en nog van alles tussendoor. Zelfs fruit. 

Fruit is heerlijk, hoor. Maar net als al die andere dingen haalt het vandaag totaal niets uit tegen dat eeuwige gevoel van misselijkheid. Thee moet ik niet aan denken, koffie ook niet - misschien ging het vanmorgen juist mis bij die ene en enige bak cafeïne die ik mag. Water is eerder een straf, want het smaakt vandaag echt nergens naar, en frisdrank met prik is het ook niet.

De grote vraag is dan uiteindelijk alsnog: "Wat moeten we vandaag eten". Want ik heb van alles al wel een beetje naar binnen gewerkt de hele dag door en ik moet er niet aan denken nu nog een complete maaltijd naar binnen te werken. Koken is, voor mij in elk geval, zonde. Want ik ga geen heel bord leeg eten, dat past er niet in. Bovendien heb ik ook helemaal nergens trek in. Want ik ben misselijk. Alweer. Nee, nog steeds.

Ach ja, het is allemaal voor een goed doel, zeggen "ze" dan. Nou hebben "ze" ook wel gelijk, maar aangezien dit voor mij week 16 is, begin ik een beetje bang te worden dat het huidige trimester vrolijk zo blijft. Met een beetje pech het derde ook. Volgens mij was ik bij de eerste zwangerschap lang niet zo misselijk. Of niet zo lang misselijk. Ik zou het moeten opzoeken, als ik eerlijk moet zijn. 

Maar goed, ik ga maar weer 's voor de koelkast staan, kijken of er nog iets bij zit voor vanavond dat met een beetje fatsoen als avondeten kan dienen. Liefst iets wat past bij grapefruitsap. Want volgens mij is dat het enige drankje dat die weeïge smaak nog een beetje kan tegengaan. Sinaasappelsap met vruchtvlees bleek in elk geval een miskleun - veel te zoet. Ja ja, veeleisend word je er wel van.