'Hebben ze daar geen overblijf, dan?'

Op een van de vele gewone schoolochtenden sta ik met de kinderwagen en twee kids voor de deur, klaar om naar school te lopen. Het is zowaar droog, alleen koud. De buurvrouw, die ons al twee jaar door weer en wind ziet ploeteren met z’n drietjes, vraagt: ‘Op welke school zit hij eigenlijk? Hebben ze daar geen overblijf, dan?’

Nonchalant antwoord ik dat ze die heus wel hebben. Zoontje valt bij: ‘Maar ik wil zo graag bij mama zijn.’ De buurvrouw trekt een zuur mondje en brabbelt daar op een treiterige toon iets achteraan wat lijkt op ‘om mummum mum mum mummummum’, in imitatie van zijn intonatie.

Nou ja, zeg.

Ik weet wel dat ze me vorige week nog heeft aangeboden ons even vlug naar school te brengen met de auto, toen we ons ’s ochtends opmaakten om door de stormende sneeuwvlokken naar school te stappen. En dat vond ik echt heel aardig van haar. Ik moest het aanbod echter afslaan omdat in elk geval de jongste nog in een kinderstoeltje moet en dat heeft ze niet. Bovendien had ik nog tien minuten om op school te komen.

Ik begrijp ook best dat ze me elke dag weer vier keer van huis ziet gaan en terug ziet komen met een, dan wel twee kinderen en/of een hele berg boodschappen in de wagen. En dat ik tussen de middag elke keer heen en weer ga, bij zon en bij regen, om zoontje te halen en terug te brengen. Misschien vind ze dat sneu voor me. Of stom van me. Maar ik heb daar nog nooit over geklaagd. Zeker niet tegenover haar.

Toch een beetje vreemd dat ze dan op die manier vraagt of hij niet gewoon kan overblijven. Want als het een oprecht nieuwsgierige vraag was geweest, had dat gemummel niet gehoeven. En ik weet dus ook niet zo goed wat ik daarmee moet, want het klonk toch echt alsof ze hem belachelijk maakte. (En ja, daar is hij best gevoelig voor, overigens.)

Want inderdaad, de school biedt die mogelijkheid tot overblijven heus wel. Maar ik zie er het nut niet van in; ik ben gewoon thuis, op loopafstand, dus waarom zou ik hem dan op de overblijf doen voor bijna tweehonderd euro in een jaar? En bovendien wil hij zelf ook niet naar de overblijf. Tja, dat ik dan dus vier keer per dag heen en weer loop, ongeacht de weersomstandigheden, is een weloverwogen keuze.