O, leuk! Ik mag weer een boek vertalen!

Volgens mij denken de buren dat ik maar wat thuis zit, te niksen. Ze zien me natuurlijk de hele dag hier, afgezien van af en toe een wandelingetje met de kindertjes. Ze zien ons zitten in de keuken aan tafel, als we weer 's op absolute ontijden ontbijten of lunchen. Of ik sta weer bij het aanrecht voor een bak koffie en staar naar buiten tot de Senseo klaar is met kreunen.

Een van de buurvrouwen vertelde me van de week haar ervaringen over de basisschool waar mijn zoontje staat ingeschreven. Dat waren geen fijne verhalen, zal ik je zeggen, maar die bespaar ik je, want daar gaat het niet om. "Ja," zei ze namelijk, "ik zit zelf ook in het onderwijs. Ik geef geen les, hoor, ik werk maar op het secretariaat."

Een van de andere buurvrouwen van het straatje schijnt ook zo haar ervaringen te hebben met diezelfde basisschool. En raad eens, ook zij zit in het onderwijs. "Ze is onderwijsassistente, ze staat niet zelf voor de klas of iets." Met handgebaar erbij.

Pas een dag later bedacht ik dat ik het zo raar vond hóé ze dat zei. Tenzij je met tegenzin naar je werk gaat, is je baan toch juist iets om trots op te zijn? Dan werk je toch niet "maar" als dit of "slechts" als dat? Maar opeens knipte er zo'n lampje bij me aan. Toen dacht ik: zouden ze... zouden ze soms denken dat ik geen baan heb? Dat ik werkloos ben? Of dat we op een of andere manier zoveel geld hebben geëerfd, gewonnen of uit de printer hebben laten rollen dat we dit huis konden kopen met alleen het salaris van mijn overduidelijk wel werkende - want iedere ochtend vertrekkende en eind van de dag pas thuiskomende - man?

Geen idee of ze dat werkelijk denken, natuurlijk. Maar dat idee had ik eventjes. En ze moesten eens weten. Dat ik elke dag weer mijn allerhardste best doe om toch nog even een paar kleine uurtjes werk gedaan te krijgen tussen alle voedingen/eetmomenten, poepluiers, kleurplaten en slaapjes door. Erg veel uurtjes heb ik dus niet, en toch lukt het. Met die paar vertalingen die ik heb, lukt het. En daar ben ik o zo trots op.

En dat is ook een van de redenen (en er zijn er meerdere!) waarom boekvertalingen zo leuk en fijn zijn om te doen. Die hoeven niet af binnen een onmogelijke deadline, maar ze geven een moeder met twee kleine kinderen net genoeg ruimte om het te redden, met alleen maar af en toe 's avonds wat later doorgaan en af en toe nog even een alinea extra tikken terwijl de oudste een filmpje kijkt en de baby slaapt.

En dat is dus een van de vele redenen waarom ik van dit werk hou en het zo graag doe. Het resultaat mag er wezen (en is straks voorleesbaar aan de kinderen en staat prachtig in de boekenkast), het werk geeft voldoening en houdt die andere niet-specifieke moedergebieden van mijn hersenen ook actief, en het is te combineren met de twee kleintjes die toch het allerbelangrijkst zijn. Dus als ik een boekenvertaalklus krijg, denk ik eigenlijk nooit: hoeveel betalen ze me, maar veel eerder: o, leuk! Ik mag er weer eentje doen!

Mijn lijf op spaarstand, met een wolk in mijn hoofd

Er zijn van die dagen waarop het lijkt alsof er een wolk om mijn hoofd heen hangt. Of nee, beter nog, alsof die wolk zich ín mijn hoofd bevindt. Ik beweeg, ik praat, ik doe alles wat ik moet doen - en geloof me, dat is een hoop - en toch lijkt het alsof ik mezelf vooral zie bewegen en hoor praten en dingen zie gebeuren zonder het idee te hebben dat ik daar veel over te zeggen heb.

Het begint al bij het wakker worden. Niet ogen open en denken: ha, weer een nieuwe dag. Niet eens ogen open en denken: laat me met rust, ik moet verder slapen. Maar in slow motion overeind krabbelen met dichtgeplakte ogen en kreunend tegen je lijf zeggen dat het weer moet meewerken. Van wat ik hier en daar gelezen heb, hoort ook dat bij het... #ontzwangeren.

De eerste bak koffie heeft geen enkel effect. Mijn oudste wil aandacht, maar ik kan me er met moeite toe zetten. Ik wil wel, maar het lukt gewoon niet om mijn aandacht ergens lang bij te houden. Mijn gedachten dwalen af, meestal naar alles wat ik nog moet doen, en mijn lijf heeft zich op spaarstand gezet om de ochtend door te komen. "Mama, je moet meespelen." Mama moet koffie. Hele sloten koffie. "... en dat moet jij doen!" Mama heeft niet helemaal meegekregen wát ze moet doen.

Mag ik m'n zwangerschapshormonen terug? Alsjeblieft?

"Ze wist een gil te onderdrukken en smeet de zware kruimeldief in de richting van de indringer. Het lukte haar nog net om hem ook aan te zetten."

Waar gáát dit over, denk je misschien. Nou, het zit zo: ik zag een spin. Jaaaa, een heuse, echte, rode spin. Groot genoeg om z'n kleur te zien, dus een Enge Spin. En sinds de bevalling is de magie van de zwangerschapshormonen aan het wegebben, en dus ben ik weer als vanouds als de dood voor die krengen.

Het klinkt gek, ik weet het, maar toch had ik tijdens mijn zwangerschap zo goed als geen last van die half verlammende, half lachwekkende angst voor spinnen van zo'n beetje elk formaat (en dan vooral alles van meer dan een halve centimeter doorsnee, inclusief poten). Ik was stoer en dapper, ik stapte op de kruimeldief af en rekende af met de achtpotige ellendeling. Het was net alsof ik een soort superkracht had gekregen dankzij mijn ongeboren kindje.

En dat was gaaf. Echt heel gaaf. Ik voelde me ook heel stoer, met mijn luid ronkende wapen in de aanslag. Goeie timing ook, want met de verhuizing naar een nieuwe woning - met tuin - waren spinnen niet bepaald meer een zeldzame verschijning in de woon- en slaapkamers.

Maar ja, baby is geboren en binnen enkele weken is dat bijna magische effect dus mooi verdwenen. Dat is balen, zal ik je zeggen. Er liep dus net een rode spin over de vloer. Je hoorde hem bijna 'tralalalala' doen, alsof de laminaatvloer helemaal van hem was. Dat klopte ergens ook wel, want zodra mijn hersens de beweging op de vloer registreerden - nog voordat mijn ogen hadden doorgegeven dat het om een heuse, echte, Enge Spin ging - hingen mijn benen al in de lucht. Held.

Ik liet het beest onder de bank verdwijnen en constateerde vervolgens dat de bank een stuk minder lekker zat. Spin kon namelijk ook langs de rugleuning omhoog klauteren, of over de muur wandelen. Dus toch op zoek naar de kruimeldief, maar wat dan? Heel voorzichtig onder de bank gluren na een kwartier bijkomen en tot de conclusie komen dat Achtpoot nergens te bekennen is. (Ook al zo'n rotgevoel, want nu kan hij echt overal opduiken).

Ik wil geen heel slecht voorbeeld zijn voor mijn zoontje, dus ga ik heel kalm weer op de bank zitten en ik denk happy thoughts. Tot dat kreng dus noncha onder de bank vandaan wandelt, alsof hij al die tijd heeft zitten wachten tot ik weer een beetje bedaard was. Mormel.

Nou, vandaar dus. Hupsakee, de kruimeldief aan en naar de plek gooien waar de spin nog steeds op de grond staat, rustig rond te kijken alsof hij een kruispunt heeft genaderd dat alleen hij ziet. Dat was dan mooi je laatste kruispunt. Sorry, maar ik doe niet aan spinnen. Zolang jullie buiten blijven, is het prima. Maar binnen is mijn terrein. En nou wegwezen. (En blijf weg!)

Vandaag moet het gebeuren. Of ook niet.

Les 1 voor zwangeren is: jij hebt niet in de hand wanneer baby ter wereld komt. Baby brengt de bevalling op gang. Of ook niet. In mijn geval had iedereen verwacht dat het kindje er nu al wel zou zijn - want broertje was immers ook vier dagen voor de uitgerekende datum al aanwezig. Ja, daar heeft baby blijkbaar geen boodschap aan. Vandaag is U-day. Uitgerekend-dag. De volle veertig weken. En we tellen gewoon verder.

Het leukste is wel vandaag bij de verloskundige gewoon op je afspraak verschijnen en de assistente horen zeggen: 'O, je bent er wel! Ik dacht nog, misschien ben je nu net bezig...' Waarop je zuur glimlachend reageert met: 'Ja, zoiets had ik zelf eigenlijk ook gedacht.' En de verloskundige die instemt dat zij ook wel had verwacht dat de tweede bevalling ook zo vroeg zou zijn als de eerste.

Ja, ik ken dat gevoel wel een beetje, denk ik dan.

Ach, op zich is er nog niets aan de hand. Ik krijg nu in ieder geval nog een week om af te wachten of de bevalling niet toch gewoon geheel uit zichzelf start. Zo niet, dan moet ik gaan nadenken over inleiden of nog een weekje wachten (en mogelijk alsnog inleiden als er dan nog niets is gebeurd). Of eventueel meedoen aan een onderzoek waarbij die keuze voor je bepaald wordt door een computer. Ahem.

En die alinea klinkt weer een stuk relaxter dan ik me de afgelopen dagen voelde. Je verwacht echt elk moment dat 'het' begint, en er gebeurt juist helemaal niks. Weet je wat je zwangere hersenen dan doen? Die gaan zich fijn zorgen maken. Al wisten zelfs zij het ziekenhuis-scenario niet te bedenken, dus die zenuwen van de afgelopen dagen zijn nog net ietsje erger geworden sinds vanochtend. En iedereen maar zeggen: probeer je vooral te ontspannen. Ha. Grapjassen.

Ik weet ook wel dat er niets anders op zit dan te duim-duim-duimen dat baby helemaal uit zichzelf besluit dat het tijd is. En dat baby dat liever vandaag doet dan morgen. Want ik zie er als een berg tegenop om naar het ziekenhuis te moeten - zeker na die eigenlijk ideale ervaring bij de eerste bevalling, die ik maar wat graag zou herhalen. En ik maar denken dat ons grootste probleem was om snel iets te verzinnen met een oma die in de tuin komt speelgoed-picknicken terwijl wij bevallinkje spelen in de slaapkamer. Straks wordt het een stuk lastiger en mag ik dus die tweede vluchttas ook gaan inpakken voor een paar dagen ziekenhuis.

(Baby, mocht je via mij meelezen... néééé! Laten we dit lekker samen thuis regelen, oké?)

Nog zeven dagen...

Mijn moeder was vanochtend hier, op bezoek en om te helpen. Ze werd gebeld, dat de coördinatrice met wie ze samenwerkt vannacht is bevallen van haar tweede kind. Die coördinatrice was uitgerekend op 20 juni. dus net ietsje eerder dan ik. Mijn moeder noemde het 'vroeg', maar het zijn natuurlijk maar drie dagen. Mijn zoontje was ook vier dagen eerder dan ze hadden voorspeld.

En opeens begint het door te dringen. Baby kan echt op elk moment geboren worden. Ik bedoel, mijn eigen tweede kind kan nu dus écht élk moment besluiten naar buiten te willen. Ik ben er niet klaar voor, besluit ik dan. Ik wil wel, maar toch lijkt even wachten ook geen heel slecht idee. Ondanks de lichamelijke ongemakken.

Er is nog zo veel dat ik had willen doen voordat baby komt. Een klein aantal dingen dat echt gewoon gedaan moet worden, plus een hele waslijst aan dingen die ik graag afgerond en klaar had willen hebben voor baby er is. En ik bedoel heus niet dat ik hele bergen wil verzetten, zelfs niet figuurlijk. Maar van die dingen als foto's plakken, boekjes met aantekeningen bijwerken, het fotoblog van zoontje updaten (ik loop 'slechts' enkele maanden achter), foto's ook echt laten afdrukken voor in de albums, verhuisdozen uitpakken en de lege laten ophalen, de zolder opgeruimd en netjes hebben. Eigenlijk had ik gedacht wel allerlei boeken te kunnen lezen in mijn zogenaamde 'verlof'. (Insert schamper lachje hier.)

Maar nu heb ik opeens de zenuwen. Vandaag is de dag dat het allemaal in een keer doordringt wat me te wachten staat. En ik heb het gevoel dat ik er niets, maar dan ook niets, van onder controle heb. Ik heb nog niet voldoende doorgedacht of geregeld wat we met ons zoontje doen tijdens de bevalling. Het hangt ook helemaal van het tijdstip af, uiteraard. Hoe reageert hij als hij merkt dat mama pijn heeft? En hoe reageert hij als baby er echt is? Zal hij blij zijn of boos als mama niet meteen kan knuffelen wanneer hij dat wil? Wijkt hij dan helemaal niet meer van mijn zijde of accepteert hij dat papa voorlopig wat meer met hem zal doen?

Uitgerekend vandaag moet ik naar de verloskundige voor een controle. Ik ben echt bang dat ik daar straks in tranen uitbarst. Een soort pre-kraamtranen. Plus, die afspraak is gemaakt op het tijdstip dat zoontje hoort te slapen. Verzetten was niet mogelijk; ik heb het geprobeerd. En uitgerekend vandaag is hij snotverkouden (en hij heeft een bloedhekel aan de neusspray, dus ik hoef er ook echt niet mee in de buurt te komen), is hij moe en nogal hangerig en mag ik liefst geen twee meter bij hem vandaan zijn. Hij heeft, juist vandaag, dat slaapje hard nodig, maar als het ook maar een beetje uitloopt in de wachtkamer, ben ik pas om drie uur thuis.

Ernaartoe wandelen is in elk geval geen optie. Ik heb al moeite met een simpel blokje om. Moet er dus ook niet aan denken straks de buggy mee te nemen en te duwen. Maar ja, als ik het niet doe en kindje is straks doodmoe, dan wordt de wandeling van de bushalte naar huis ook een ramp. Dragen kan ik hem niet...

Dus ja, dit is even zo'n momentje. Zo'n ogenblik waar ik zo'n hekel aan heb. Waarop ik - in elk geval tegenover mezelf - moet toegeven dat ik nu eenmaal niet altijd alles helemaal kan regelen en aansturen. Ik zal geduld moeten hebben en ergens wat energie vandaan moeten toveren om alles gedaan te krijgen vandaag. Waaronder ook een klusje dat gewoon gedaan moet worden, wat anderen er ook van zeggen of vinden.

Opeens lijkt die zee van tijd die ik nog had - 'ach, nog een maand' - 'nog twee weekjes' -
'zeker nog een dag of tien' - 'ben over een week uitgerekend, maar het kan natuurlijk net zo goed langer duren' - opgedroogd. Opeens is de hele fictieve planning die ik in mijn hoofd had één grote waas aan het worden. En daar ben ik even niet goed genoeg op voorbereid, geloof ik.

Euh, ja... kan ik mijn kind hier (nog) inschrijven?

De verhuizing is nu bijna twee maanden geleden. Mijn buik wordt met de week dikker, mijn energiepeil zakt met de week verder in en nu heb ik ons dan eindelijk zo ver dat we serieus bezig zijn met het uitzoeken hoe dat nou zit met een basisschool, in verband met het inschrijven van Zoontje. De stand van zaken? Alles valt op dit moment het best samen te vatten met: I told you so. (Lees: je had er eerder aan moeten beginnen.)

Ik wist heus wel dat we niet meteen ergens konden aanschuiven - hij wordt volgend jaar vier en de inschrijving is dus aan de late kant, en dan zeg ik het heel netjes. Maar goed, we zijn begin vorige maand verhuisd en hebben zelfs vanaf het moment van serieus onderhandelen over het huis nog niet meteen gedacht: o, en nu ook als de wiedeweerga een school erbij zoeken. Ben je gek. Zwangerschap, deadlines tot hierzo en een druk en veeleisend werkschema aan de kant van manlief waren genoeg redenen om te zeggen: dat komt daarna wel een keertje. Maar goed, nu zul je het dus krijgen.

Stap 1: twijfels
Als eerste slaat de twijfel al toe wanneer je gaat kijken naar scholen in de buurt. Alles heeft een eigen lessysteem en zelfs als je je in die websites verdiept, weet je nog niet hoe dat in de praktijk uitpakt. Zo is een van de dichtstbijzijnde scholen een Montessori. Ik heb er geen enkele ervaring mee, maar manlief heeft er zelf op gezeten en dat was zachtgezegd een ramp. Dus ik wil wel kijken (ik sta anders tegenover leren dan hij), maar je weet nooit wat voor studiebol of juist dromer je kind zal zijn, en welk systeem het best werkt voor hém (en daar gaat het om). Het voelt als nattevingerwerk, en daar houd ik eigenlijk niet van.

Stap 2: help!
Facebookvrienden hebben diverse slimme, behulpzame en geruststellende tips gegeven. Kort samengevat: het gevoel dat je bij de school hebt is het belangrijkst, maar vergeet ook niet...

'Ik werk ook heel hard, hoor!'

We hebben een deadline. Een heuse verhuisdatum. En die komt steeds dichterbij, met een tempo waarvan je toch minstens tien keer per dag even staat te knipperen.

Ondertussen hebben we zowaar ik-weet-niet-hoeveel-kilo afval weggegooid en de complete stapel boeken hiernaast afgedankt. Dus het is niet dat er niets gebeurt op zolder, waar de meeste opgeslagen rommel zich bevindt, maar dat je er zo weinig van ziet beneden. En boven. Er is nu een lege plek, maar die hebben we zo weer vol met nieuwe dozen, wacht maar af.

Ik zit nog met allerlei deadlines - maar kan heel trots zeggen dat ik prima op schema loop wat dat betreft - en daarvan weet ik ook wanneer ik wat af wil hebben, zodat alles op tijd bij de opdrachtgevers is. Dat komt helemaal goed.

Een vergelijkbare planning voor het opruimen-inpakken-verhuizen wil echter niet zo van de grond komen. Ja, de planning wel, maar daar heb je zo weinig aan als er verder niets mee gedaan wordt. Bijvoorbeeld omdat een vloer leggen veel langer duurt dan je denkt. Omdat plintjes plakken veel meer tijd kost dan je had gewild. Omdat de winkel die een maand geleden al drie machines beloofde te leveren niets meer laat horen en een onzinverhaal ophangt als je wel naar de winkel gaat. Of gewoon omdat er op zo veel plekken van alles moet gebeuren, waaronder ook nog een hoop papierwerk, dat de uren aan je voorbij schieten.

En terwijl mijn man dan in Het Nieuwe Huis klust en doet, zit ik thuis met de kleine precies hetzelfde te doen als altijd. Alle dagen lijken op elkaar. Of het nu weekend is of een werkdag, het maakt niet uit. Zodra zoontje slaapt, kruip ik achter mijn laptop om zo veel mogelijk pagina's te vertalen - en ook dat aantal is vaak niet zo hoog als ik graag zou willen - en voor ik het weet is hij alweer wakker en moet ik tot 's avonds wachten om hopelijk nog iets meer te vertalen. Ja, de belastingaangiftes zijn gedaan. Er is een hoop gemaild en je moet toch ook wassen en de hele dag speelgoed opruimen en helpen tekenen en spelen en knuffelen.

Maar toch voel ik me zo nutteloos met mijn dikker wordende buik, mijn sterk dalende energiepeil en mijn waggelende pinguïnpasjes. Als oma er is, kan ik even de zolder op, maar zoals ik weken geleden al voorspelde ben ik wel steeds sneller moe en kan ik dus steeds minder lang achter elkaar iets nuttigs doen. En nuttigs is in mijn ogen vooral spullen uitzoeken, afdanken of in dozen stoppen en zorgen dat we alles ingepakt krijgen voor er een verhuizer aanbelt en je denkt: o, was dat vandáág...

Soms wil ik gewoon in een hoekje van de bank wegkruipen en met een pruillip zeggen: 'Ja, maar ik werk ook heel hard, hoor!' Vooral omdat ik dat zelf moet horen. Ik doe wat ik kan en qua werk en vertalingen werk ik even hard als altijd. Wel met de beentjes omhoog op de bank en de laptop op schoot, maar anders kan ik mijn enkels 's avonds helemaal niet meer gebruiken. En toch heb ik het idee dat ik niks doe. Omdat er niet dagelijks een stapel netjes ingepakte verhuisdozen bij komt of een lading weg-te-geven spullen verdwijnt. Wat dat betreft klopt het wel dat je zelf je grootste criticus bent.

Traantjes, lachbuien en frustraties

Ik weet wel dat je tijdens je zwangerschap emotioneler kunt zijn om de gekste dingen. Niet dat ik nou in tranen uitbarst bij het minste of geringste, maar zeker de eerste drie maanden was ik net een tot leven gekomen knuffelbeertje. Wat ik me alleen na de laatste weken - vol gedoe met aannemers, vergunningen, architecten en ook gewoon kennissen - afvraag is: word je ook sneller kwaad om de kleinste dingen?

Een van de aannemers die we over de vloer hadden, hing namelijk een langdradig verhaal vol overbodige details op, naar mijn gevoel om indruk te maken, danwel te overdonderen. Na vrij lange tijd eindelijk de offerte binnen, belt hij een dag later met een relaas van zijn constructeur die zegt dat wat wij willen met de achtermuur (een draagmuur) waarschijnlijk helemaal niet haalbaar is. Jaaaa... ware het niet dat alle andere huizen die niet op de hoek staan bij voorbaat al hun pui aan die achtermuur hebben zitten en het bij dat andere hoekhuis ook al is gebeurd. Kortom: grrr.

Tweede voorbeeld? Een doodsimpel gesprek met kennissen dat opeens de structuur en klemtonen van een discussie begint aan te nemen omdat degene tegenover je met klem en standvastigheid iets zit te beweren waarvan jij gewoon weet dat het niet waar is. Bij de eerste dingen was ik wijs en liet ik het gaan, maar toen ik zo onverstandig was om het woord 'regenboog' te laten vallen tijdens de slotceremonie van de Olympische Spelen en er metee een opmerking volgde over dat homo's zich niet zo moeten propageren overal (alsof ze zieltjes willen winnen! Het zijn geen Jehovagetuigen, hoor!), kwamen de klauwen tevoorschijn.

Eh... wat ging ik ook alweer doen? (Begint dat nu al?)

Ik baal. Niet van aannemers of verhuizers of de gemeente, dit keer. Ja, ook wel, want door al die bureaucratische termijnen kan ik het wel vergeten om de uitbouw van het huis af te hebben voor de baby komt. We mogen blij zijn als we daarna eens van start kunnen gaan. Maar goed, dat is niet waar ik nu van baal. Ik baal van mezelf, voor de verandering.

Ik weet wel dat je als zwangere zo'n periode krijgt waarin je dingen gaat vergeten. Waarin je hersenen opeens in een soort brij veranderen die al te lastige taken even niet meer kunnen en simpelweg weigeren te verwerken. Ik kan me ook nog heel goed herinneren bij de eerste zwangerschap een moment gehad te hebben waarop ik in een leuk computerspelletje een rekenpuzzel voor mijn kiezen kreeg. En spontaan niet meer in staat was om die op te lossen.

Toch zou ik kunnen zweren dat het pas veel later in de zwangerschap was, die eerste keer. Niet halverwege al. Toch?

Hoe vaak ik nu dus opsta, ergens heen loop en me vervolgens afvraag wat ik daar precies ging doen is niet grappig meer. Gisteren ben ik niet één, maar zelfs twee keer op een dag vergeten dat ik koffie zou gaan maken voor de visite. Dat iemand dan opeens zegt: "Ik zou nog koffie krijgen" en je ondertussen niet weet welke kant je met je tomatenrode hoofd op moet kijken. Of zoals vandaag, dat je ver in de middag opeens zo'n spaarlamp in je hoofd heeeeel langzaam aan voelt gaan om vervolgens te denken: gut, ik moet de was nog doen!

Gelukkig gebeurt het nu eigenlijk alleen met de huishoudelijke dingen. Dat is wel de trend. Maar goed ook, want ik kan het nu even niet hebben met al die deadlines dat mijn vertalingen eronder gaan lijden. Volgens mij hebben die hersens van mij een soort filter opgeworpen. Alles wat belangrijk is - baby, kind en vertalen - wordt wel ongeschonden doorgelaten, zodat ik ook kan genieten van elk klein bubbelschopje dat ik in mijn buik voel.

Andere dingen zijn automatisch minder belangrijk. Zoals het huishouden, koffie zetten, gemaakte boodschappenlijstjes ook daadwerkelijk meenemen als je naar de winkel gaat of gewoonweg nog weten wat je net twee zinnen geleden gezegd hebt. "Wat zei ik nou net tegen je?" heeft wat dat betreft hier in huis ook een heel andere lading dan je op het eerste gezicht zou vermoeden.

Wortel-met-pindakaas. Wat een slecht idee.

Een van de personages in mijn huidige vertaling is een vrouw die aardig wat kilo's is afgevallen en die dus veel sport en gezond en bewust eet. Nou ja, tot op zekere hoogte, dan. Want ondanks het feit dat ze zich niet waagt aan een lekkere donut, heeft ze in haar bureaula wel haar middagsnack klaarstaan: worteltjes met pindakaas. Geen heel verstandige dieetkeuze, als je het mij vraagt. Maar daar gaat het niet om.

In eerste instantie dacht ik dus (ik neem aan "ook"): jakkes. Maar drieënhalve seconde later fluisterde een klein stemmetje: "zou het...? Zou het lekker zijn?" Ik zat op dat moment namelijk net in alle rust te werken achter mijn laptop, en zoals gebruikelijk ligt het gevoel van misselijkheid dan op de loer als ik niet regelmatig iets eet. Wat dan ook. En dankzij die heerlijke hormonen is alles een optie, niet alles een even goed idee en kun je wel wat afwisseling gebruiken.

Ik grijp de laatste tijd al veel te vaak naar snoep en chocolade, al is dat volgens mij om de schade in te halen omdat ik rond Sinterklaas en Kerst het hele idee van zoetigheid niet wist te waarderen. Maar het is de laatste weken dus echt zo erg dat ik trek krijg in iets waarover ik op dat moment lees, of vertaal. En in dit geval begon ik me af te vragen of worteltjes met pindakaas niet stiekem toch lekker kon zijn. Wortels met suiker is heerlijk. Mijn moeder zweert bij pindakaas met banaan, dus wie weet...

Nou, ik heb het geweten. Aaaa-jasses. Eén klein hapje geprobeerd en dat doe ik dus nooit meer. Tot ik een paar bladzijden verder iets lees over een cherry tart pie en ik meteen denk: o, maar kersentaart is wél lekker. En dus meteen kersenvlaai wil eten. En er 's avonds met boodschappen doen zowaar nog eentje zie liggen ook. Een eenpersoonstaartje. Jummie.

Of dit nou die cravings zijn waar je anderen over hoort, ik weet het niet. Ik heb geen trek in een augurk met slagroom, om er maar eens een geijkt voorbeeld in te zwiepen. Maar ik ben wel heel gevoelig voor suggestie, blijkbaar. Eten ze pizza, dan denk ik: hmm, pizza. Gek genoeg eten die figuren dus nooit een lekker sappige appel of pakken ze een glas water of zoiets gezonds en eenvoudigs. Nee, een zak marshmallows, die uiteraard in Nederlandse variant in de winkel weer enorm tegenvalt. Want ja, ook die heb ik maar meegenomen. Ik was toch in de supermarkt.

Nog even een boek vertalen? Nee, sorry, gaat echt niet. Slik.

Begin januari leek het eerste halfjaar van 2014 eigenlijk vrij eenvoudig: ergens in die tijd gaan wij verhuizen en er stonden na januari nog twee boeken op de agenda als vertaalwerk. Lekker met een maand ertussen, dus prima te doen en dan houd ik me ook - hopelijk - rustig genoeg voor de dikke buik en kan ik wellicht nog een paar spullen in- en weer uitpakken. En een belastingaangifte of wat doen.

Het is nu half januari en het lijkt wel één grote chaos. We krijgen aannemers en verhuizers over de vloer die een offerte mogen uitbrengen (aardig van ons, hè?), we moeten nog een vergunning regelen en nog wat andere bedrijven bellen, plannen wanneer wat allemaal gebeuren moet (en kan en mag), en uiteraard ook onze spullen eindelijk eens gaan inpakken. En weggooien. En zo.

En ondertussen staat de teller op vijf boeken, in hetzelfde halfjaar als eerst. De deadlines volgen elkaar snel op en ik red het wel, als er maar niks tussenkomt. Zoals een eh... verhuizing... of zo.

Ik weet het, ik doe het zelf. Ik kan gewoon echt alleen maar 'nee' zeggen tegen een leuke klus als ik echt, echt, echt geen tijd heb (omdat een ander boek al loopt in die weken en ik er toch met de beste wil van de wereld geen twee tegelijk kan vertalen) of het zo weinig betaalt dat ik in die tijd beter even m'n arme enkels iets omhoog op de bank kan leggen terwijl ik spullen inpak of het volgende vertaalklusje vast lees.

Maar ik vind het wel lastig. Nee zeggen, bedoel ik. Ook voor het zwangerschapsverlof heb ik geen flauw idee wat ik moet verwachten. Ik weet hoe het de eerste keer ging, en het verbaasde me destijds nog dat ik tijd had voor mezelf terwijl baby sliep, en dat deed baby (uiteraard!) nog vrij veel. Maar ja, die baby is nu een peuter, dus ik neem zo aan dat het niet helemaal zo loopt als de vorige keer.

Als er een leuke klus voorbij komt, kijk ik naar de agenda en dan denk ik: voor zo veel woorden heb ik ongeveer zo veel weekjes nodig, dus als ik nou m'n best doe en nu opschiet, heb ik straks misschien wel een paar daagjes extra... of dan kan ik voor het verlof misschien alvast... of als het allemaal goed gaat, dan kan ik tijdens het verlof misschien al beginnen...

Maar goed, als de deadline ongeveer dezelfde is als de uitgerekende bevallingsdatum, dan wordt het toch tijd om niet langer eigenwijs te zijn en gewoon te zeggen: 'Nee, sorry, gaat echt niet.' Slik.

'Schat, de koelkast stinkt. Kijk jij even?'

'Ruik jij 's in de koelkast.'
'Waarom?' vraagt mijn man die net zijn brood maakt.
'Omdat er iets heel erg stinkt.'
'Ja, lekker zeg.'
'Ja, maar ik word er misselijk van en straks ga ik over mijn nek.'
'Ik doe het zo wel.' Ja, ja.

De volgende ochtend walmt de nog net wat sterkere stank me echter tegemoet van ergens uit die koelkast. Er staan een hoop bakjes met restjes, en eentje daarvan moet de schuldige zijn. Of meer dan een, maar laten we daar maar niet bij stilstaan.

Heldhaftig besluit ik bakje voor bakje te bekijken. Maar ik heb ze nog niet eens opgetild of de geur is zo hevig dat ik sta te kokhalzen. En als ik ergens een hekel aan heb, is het wel overgeven. Dit is een van die dingen die baby-in-de-buik maar moet leren: mama doet niet aan overgeven, tenzij het echt niet anders kan. En een vieze lucht uit de koelkast gaat me er niet onder krijgen.

Makkelijk gezegd. Even later sla ik de koelkastdeur dicht om diep een frisse adem te halen en mineraalwater te drinken en mijn hoofd de rest van mijn lijf te laten meedelen dat we toch echt niet boven de plee gaan hangen. Maar goed, ik kan nu wachten tot mijn man thuis is - over pak 'm beet een uur of zeven - of gewoon stoer, sterk en vooral eigenwijs zijn en die koelkast weer opentrekken. Straks moet ik toch ook een lunch maken, en dan kom ik er misschien minder goed van af.

Afijn, met een mouw van mijn dikke vest voor neus en mond geslagen pak ik alle plastic bakjes uit de koelkast die mogelijk de bron van de stank kunnen bevatten. Dat zijn er aardig wat, en de rest vertrouw ik ook niet, dus dit wordt een echte beproeving. Een bakje spinazie van joost mag weten wanneer ook alweer is half bedekt onder een dikke laag schimmel. Iets wat leek op satesaus, maar wat na openen toch spaghettisaus is kijkt me eveneens aan met een oog of acht. Jakkes.

Heel voorzichtig ruiken aan een restje vlees. Op zich ruikt het niet heel vreemd, ietsje zurig, maar er zit mosterdsaus bij. Maar ja, als je bedenkt dat dit het vlees van Tweede Kerstdag was - en het nu 8 januari is - gooi ik het toch maar gewoon genadeloos weg, anders mag ik morgen weer zo'n toer uithalen. En ander bakje met verdacht uitziende troep kieper ik er meteen achteraan, dan is alles weg.

Vanochtend was ik vroeg wakker. Kindje riep dat hij z'n speen kwijt was, dus dan zit je meteen overeind in bed. Even snel wassen en aankleden en de misselijkheid overspoelde me al. Te snel opgestaan? Te vroeg opgestaan (klinkt leuk, maar is onzin)? Er valt weinig aan te doen. De verloskundige zei dat het zo langzamerhand wel over moest gaan, dat misselijke gevoel. Maar dat het ook mogelijk was dat ik er de hele zwangerschap last van bleef houden. Ze had weervrouw kunnen worden, echt waar.

Maar goed, na een ochtendje vechten tegen misselijkheid en dan met ontbijt in het vooruitzicht door je verraderlijke koelkast ploeteren kan ik je niet aanraden. Daarom vroeg ik het gisteravond ook aan mijn man, natuurlijk. Ik wist ook wel dat ik misselijk werd van de geur, maar dacht niet dat het zo erg zou zijn. Wie weet blijft dat zintuig ook wel de hele zwangerschap op scherp. Leuk, joh.

(En alsof dat nog niet lollig genoeg was, zet ik even later ook nog de kaasschaaf in mijn duim. "Mama, heb je weer een pleister?" vraagt zoontje tijdens het ontbijt. "Ja, schat. Mama heeft weer au.")

Wat moet ik nu weer eten?

Er is een groot verschil tussen de vraag "wat moet ik nu weer eten?" van iemand die zwanger is en de vraag "wat gaan we vandaag eten" van zo'n beetje iedere andere persoon. Vandaag is namelijk weer zo'n dag waarop ik constant misselijk ben. Geen idee waarom het nu opeens weer zo heftig toeslaat, maar er is geen ontkomen aan. 

"Dan moet je af en toe kleine dingetjes tussendoor eten." Ik hoor het de verloskundige nog zeggen, en het staat ook zo op elke website. Maar weet je wat het is? Als je de hele dag al bezig bent je vol te stoppen, dan weet je zo rond een uur of drie dus echt niet meer wat je nu nog moet eten. Je hebt alles wel gehad. Van zoet (bonbons) tot zout (tucjes) en hartig (broodje kaas) tot zuivel (pudding) en nog van alles tussendoor. Zelfs fruit. 

Fruit is heerlijk, hoor. Maar net als al die andere dingen haalt het vandaag totaal niets uit tegen dat eeuwige gevoel van misselijkheid. Thee moet ik niet aan denken, koffie ook niet - misschien ging het vanmorgen juist mis bij die ene en enige bak cafeïne die ik mag. Water is eerder een straf, want het smaakt vandaag echt nergens naar, en frisdrank met prik is het ook niet.

De grote vraag is dan uiteindelijk alsnog: "Wat moeten we vandaag eten". Want ik heb van alles al wel een beetje naar binnen gewerkt de hele dag door en ik moet er niet aan denken nu nog een complete maaltijd naar binnen te werken. Koken is, voor mij in elk geval, zonde. Want ik ga geen heel bord leeg eten, dat past er niet in. Bovendien heb ik ook helemaal nergens trek in. Want ik ben misselijk. Alweer. Nee, nog steeds.

Ach ja, het is allemaal voor een goed doel, zeggen "ze" dan. Nou hebben "ze" ook wel gelijk, maar aangezien dit voor mij week 16 is, begin ik een beetje bang te worden dat het huidige trimester vrolijk zo blijft. Met een beetje pech het derde ook. Volgens mij was ik bij de eerste zwangerschap lang niet zo misselijk. Of niet zo lang misselijk. Ik zou het moeten opzoeken, als ik eerlijk moet zijn. 

Maar goed, ik ga maar weer 's voor de koelkast staan, kijken of er nog iets bij zit voor vanavond dat met een beetje fatsoen als avondeten kan dienen. Liefst iets wat past bij grapefruitsap. Want volgens mij is dat het enige drankje dat die weeïge smaak nog een beetje kan tegengaan. Sinaasappelsap met vruchtvlees bleek in elk geval een miskleun - veel te zoet. Ja ja, veeleisend word je er wel van.