O, leuk! Ik mag weer een boek vertalen!

Volgens mij denken de buren dat ik maar wat thuis zit, te niksen. Ze zien me natuurlijk de hele dag hier, afgezien van af en toe een wandelingetje met de kindertjes. Ze zien ons zitten in de keuken aan tafel, als we weer 's op absolute ontijden ontbijten of lunchen. Of ik sta weer bij het aanrecht voor een bak koffie en staar naar buiten tot de Senseo klaar is met kreunen.

Een van de buurvrouwen vertelde me van de week haar ervaringen over de basisschool waar mijn zoontje staat ingeschreven. Dat waren geen fijne verhalen, zal ik je zeggen, maar die bespaar ik je, want daar gaat het niet om. "Ja," zei ze namelijk, "ik zit zelf ook in het onderwijs. Ik geef geen les, hoor, ik werk maar op het secretariaat."

Een van de andere buurvrouwen van het straatje schijnt ook zo haar ervaringen te hebben met diezelfde basisschool. En raad eens, ook zij zit in het onderwijs. "Ze is onderwijsassistente, ze staat niet zelf voor de klas of iets." Met handgebaar erbij.

Pas een dag later bedacht ik dat ik het zo raar vond hóé ze dat zei. Tenzij je met tegenzin naar je werk gaat, is je baan toch juist iets om trots op te zijn? Dan werk je toch niet "maar" als dit of "slechts" als dat? Maar opeens knipte er zo'n lampje bij me aan. Toen dacht ik: zouden ze... zouden ze soms denken dat ik geen baan heb? Dat ik werkloos ben? Of dat we op een of andere manier zoveel geld hebben geëerfd, gewonnen of uit de printer hebben laten rollen dat we dit huis konden kopen met alleen het salaris van mijn overduidelijk wel werkende - want iedere ochtend vertrekkende en eind van de dag pas thuiskomende - man?

Geen idee of ze dat werkelijk denken, natuurlijk. Maar dat idee had ik eventjes. En ze moesten eens weten. Dat ik elke dag weer mijn allerhardste best doe om toch nog even een paar kleine uurtjes werk gedaan te krijgen tussen alle voedingen/eetmomenten, poepluiers, kleurplaten en slaapjes door. Erg veel uurtjes heb ik dus niet, en toch lukt het. Met die paar vertalingen die ik heb, lukt het. En daar ben ik o zo trots op.

En dat is ook een van de redenen (en er zijn er meerdere!) waarom boekvertalingen zo leuk en fijn zijn om te doen. Die hoeven niet af binnen een onmogelijke deadline, maar ze geven een moeder met twee kleine kinderen net genoeg ruimte om het te redden, met alleen maar af en toe 's avonds wat later doorgaan en af en toe nog even een alinea extra tikken terwijl de oudste een filmpje kijkt en de baby slaapt.

En dat is dus een van de vele redenen waarom ik van dit werk hou en het zo graag doe. Het resultaat mag er wezen (en is straks voorleesbaar aan de kinderen en staat prachtig in de boekenkast), het werk geeft voldoening en houdt die andere niet-specifieke moedergebieden van mijn hersenen ook actief, en het is te combineren met de twee kleintjes die toch het allerbelangrijkst zijn. Dus als ik een boekenvertaalklus krijg, denk ik eigenlijk nooit: hoeveel betalen ze me, maar veel eerder: o, leuk! Ik mag er weer eentje doen!