Nu nog kraamtranen?

De eerste paar dagen na de geboorte van mijn kleintje waarschuwde kraamverzorgster Astrid mij en mijn man voor de beruchte kraamtranen. Je maakt zoveel mee en er is geen tijd alles goed te laten bezinken. Er komt een moment, zei ze, waarop je in tranen uitbarst en dat kan om helemaal niks bijzonders zijn. 't Is maar dat je het weet. Het hoort zo en je hebt het nodig, dus hou je vooral niet in.

Na vanmiddag vraag ik me af hoe lang je zo'n bui nog onder kraamtranen kunt scharen. Mijn zoontje is acht maanden, dan telt het vast niet meer, hè? Maar ik had dus weer zo'n bui. Gisteravond is het er toch nog van gekomen (zie laatste alinea's van gisteren) en het was eigenlijk wel fijn. Ik voelde me een stuk beter, dat gevoel van samen zijn en 'hij houdt nog steeds van me' was er eindelijk weer. En ik was tenminste eens anders moe toen ik in bed plofte.

Ik dacht vandaag ook wel verschil te merken. Niet zozeer meer onstpanning, maar wel een beetje een goed gevoel vanbinnen. Omdat ik een klein beetje zelfvertrouwen terug heb gekregen. Tegelijkertijd had ik de hele dag een loopneus, was ik doodmoe en misselijk en ineens dacht ik: daar zul je het weer hebben. Al van kinds af aan word ik ziek zodra er iets afgerond is. Een schooljaar, een tentamenperiode. Ik werd altijd ziek als Sinterklaas kwam, van de zenuwen, en als ik vakantie had. Nu ik mijn laatste blad van dit jaar afgerond heb en alleen nog maar naar onzekerheid staar, voel ik me weer afzwakken. Niet zo gek, gezien de omstandigheden, maar toch.

En zo kwam het denk ik dat ik vandaag in een uur tijd drie keer dikke tranen over mijn wangen voelde biggelen. (Geweldig werkwoord, dat.) Ik had mijn zoontje stevig in mijn armen en hij was net in slaap gesukkeld na veel protesteren, kronkelen en piepen. Zijn rustige gezichtje en het idee dat hij lekker veilig tegen zijn mama aan ligt... kraamtranen. En dat dus nog twee keer met hem in mijn armen.

Het is echt gewoon net alsof al die acht maanden zo snel voorbij gevlogen zijn, zo druk, zo hectisch, zo vol stress en allemaal druk van buitenaf dat ik nooit echt helemaal heb kunnen stilstaan bij mijn kleine wondertje. Mijn mannetje, mijn ventje. Mijn helemaal complete kindje dat al zo veel kan en zo veel geleerd heeft, dat nog breder lacht als hij zijn mama ziet, dat zijn armpjes al uitstrekt en nu ook zijn lipjes aflikt en op zijn onderlip sabbelt...

De druk is nu even van de ketel op het werk. Het blad is naar de drukker en de volgende verschijnt begin februari pas. Ja, verstandig is het om zo snel mogelijk iets op de plank te gooien voor volgend jaar, maar op dit moment zie ik die investering in energie niet zitten. Ik weet nog steeds niet of we het blad volgend jaar wel maken. Of ik nog aan mag blijven als hoofdredacteur of dat de eigenaar zodanig ontevreden is, dat het slecht nieuws betekent voor mij. Of dat ik gewoon de kans krijg de inhoud naar zjin wens aan te passen. Hoe het ook zij, elke oplossing in deze richting moet gepaard gaan met freelancers of een parttimer. Het mag een stagiair zijn, maar dan mag mijn baas die mooi zelf regelen. Maar dit keer wel bij een goed adres, zeg.

Tegelijkertijd heb ik dus dat gevoel van vroeger terug. Hoog tijd voor vakantie, dus word ik ziek. Ik heb nu maandenlang op mijn tenen gelopen en dat ook aangegeven. Er is niets gebeurd. Ik heb er geen vertrouwen in dat er nu hard aan een oplossing gewerkt wordt. En zonder toezegging, belofte of gewoon een geruststelling (we komen er hoe dan ook wel uit, geen zorgen), zie ik niet in waarom ik nu voor volgend jaar moet gaan plannen. Op dit moment weet ik niet eens of ik er dan nog werk, dan wel in de ziektewet zit en er toch niets mee ga doen.

Het frustrerende voor mij is echter dat ik zo niet in elkaar zit. Als ik wel blijf en er komt een oplossing, dan loop ik alweer hopeloos achter voor ik goed en wel begin. Snijd ik dus mezelf in de vingers. En ik zit ook wel vol ideeën, alleen kan ik niet al die dingen zelf in de praktijk brengen en uitvoeren. Ik wil ook best meer doen met de lezers van het blad en kijken of ik ze niet toch kan laten reageren - maar met dit publiek betekent dat een investering van tijd en geduld. Nabellen, namailen, het liefst langsgaan en aantekeningen maken. Verwacht vooral niet dat ze uit zichzelf iets doen. Ik heb oproep na oproep in het blad geplaatst zonder enige reactie. Man, zelfs op een prijsvraag heb ik nooit meer dan dertig reacties gekregen. Op een oplage van 3500 (de niet-aangedikte versie), waarbij iedereen in zo'n winkel kan reageren. Tja, wat zal ik zeggen. Maar mijn baas en de bladeigenaar schijnen dat allebei niet te beseffen. Dus, als zij een panel willen, dan moeten zij maar een panel regelen. Niet alleen maar bedenken en dan bij mij neerleggen.

Na de tranen vandaag - weer - weet ik dat er iets moet gebeuren. Morgen, bedoel ik. Dus weer met lood in m'n schoenen naar het werk, kijken of ik de baas in een hoekje kan krijgen om even vijf minuten te praten, in plaats van er snel vandoor gaan als hij me ziet naderen. Hij moet snappen dat hij aan zet is en dat ik het afwachten beu ben. Ik kan zo niet doorgaan. Dan moet ik me maar ziek melden. Maar ik wil het niet zo zeggen, als dreigement, als chantage of ultimatum. En toch denk ik dat we nu wel bij dat punt zijn aangekomen, aangezien alle andere vormen van communicatie tot nu toe niets hebben uitgehaald.