Diep ademhalen en vooral doorpuffen

De titel verwijst niet eens naar de bevalling, maar naar hoe ik me vandaag voel, met nog twee weken te gaan voor ik moet werken. (En daar is die 'moet' weer.) Het grote aftellen is begonnen en alles wordt opeens weer zo hectisch. Nu moet ik mijn werk doen én voor een klein kindje zorgen én een vertaling maken, allemaal in dezelfde tijd waarin ik voorheen slechts twee van de drie deed en al nauwelijks tijd overhield voor mezelf.

Niet dat dat nou zo belangrijk is. Dat is het bijzondere van het moederschap (zoals ik het ervaar, in elk geval): ik ben helemaal niet zo belangrijk. Was ik al niet, maar nu sla ik mezelf als eerste over als er iets moet wijken. Something's got to give - en meestal ben ik dat. Wat zich vertaalt in vergeten te ontbijten tot het een uur of drie 's middags is, koffie die standaard koud is tegen de tijd dat ik me herinner die ingeschonken te hebben.

Wat me vooral zwaar valt is de druk die ik voel. Alsof alles opeens van mij afhangt. Ik moet op tijd m'n bed uit en niet alleen mezelf, maar ook het guppie gereed maken voor vertrek. Of hij dan ook nog eerst moet eten, weet ik pas op de ochtend zelf, want daar zit nu nog geen vast patroon in. Vervolgens moet ik hem ook zelf wegbrengen - en ik zie mezelf dus nu al als een hopeloos snikkend wrak in de trein zitten, of ik steek m'n kop zo ver in het zand dat ik de hele dag als een zombie in een soort van ontkenningsfase blijf hangen tot ik naar huis mag - en dan gelukkig ook weer ophalen. Het avondeten komt gelukkig niet van mij, maar daar staat tegenover dat ik in het kader van rust, regelmaat en gestructureerd te werk gaan, baby eigenlijk na elke crèchedag in bad wil doen.

Maar dat is nog niet de druk die ik bedoel. Tot nu toe heb ik tijdens alle hoofdbrekens mezelf beloofd (lees: wijsgemaakt) dat ik altijd nog kan stoppen met werken als het me allemaal teveel wordt. Als ik het psychisch niet meer aankan (en dit is de enige situatie waarin ik dat ooit zou toegeven, omdat het mijn kindje ten goede komt als ik fijn thuismama mag zijn), bijvoorbeeld. Of echt een rothekel krijg aan mijn baan of de omstandigheden. Maar goed, dat is tot nu toe dus wat ik mezelf voorhoud. Als het echt niet gaat... dan mag ik stoppen.

Die beslissing is al zwaar genoeg - hoeveel perfectionisten ken jij die toegeven dat iets niet lukt? - maar nu is de druk nog hoger, want als ik stop met werken - om welke goedbedoelde redenen ook - dan bombardeer ik daarmee meteen het hele plan om een huis te kopen. En dat bedoel ik. Die druk, die rust op mijn schouders als een aambeeld op het uiterste puntje van een rotsblok in de Roadrunner-cartoons. En hoe vaak is hij daar braaf blijven liggen en niet naar beneden gestort?

Met nog maar korte tijd vrij en de enige wendag al in de planning (precies de donderdag voor de maandag dat mijn kindje echt naar de crèche moet, dus wat heet wendag? Als hij (of ik) niet kan wennen, wat moeten we die maandag dan doen?) is het nu dus een kwestie van heeeeel diep ademhalen en doorpuffen. Al-tijd-is-kort-jak-je-ziek... Al-tijd-is-kort-jak-je-ziek...

Het boek dat ik momenteel vertaal zegt dat je vooral je energie (dat beetje dat er is) niet moet steken in problemen, maar in oplossingen. Ik moet me dus eigenlijk niet concentreren op de 'wat als het nou niet lukt'-kant van het verhaal, maar gewoon bezig gaan met maatregelen treffen voor als alles wel gaat. Genoeg afgekolfde melk hebben, zorgen dat baby een crècheknuffel heeft, dat ik extra kleertjes meegeef, dat ik op m'n lip kan bijten zodra ik hem overhandig en moet weglopen (en ik voel als ik dit tik mijn hartslag omhoog gaan en de brok in mijn keel ontstaan) en ik alles bij me heb om op het werk te kolven en de dag redelijk sane door te komen. En dan de tweede crèchedag die week weer. En de week erna en die daarna.

Ik moet me concentreren op een schema voor de kleine: vaste tijden naar bed, vaste tijden wakker, slapen en spelen en misschien krijgen we dan ook een strakker schema voor de voedingstijden. Dan kan ik het ook waarmaken dat ik twee dagen per week thuis aan het werk zit en daadwerkelijk iets gedaan krijg. En ook daarvoor een schema hanteer waarbij ik wel aan mijn aantal uren kom, desnoods verdeeld over meerdere dagen, maar vooral dat aantal niet standaard overschrijd.

Ik moet me vooral niet teveel storten op het zoeken naar een uitweg, een vluchtroute, een maas in de wet, een loophole, een goed excuus of sterke smoes om vooral maar niet... Zoveel andere vrouwen doen het ook en ze redden het op een of andere manier. En blijkbaar groeien de kindjes ook niet op vol wrok, haat en opgekropte frustraties. Zucht. Al-tijd-is-kort-jak-je-ziek....