Vier keer heen en weer; vier keer regen.

Vanochtend stonden we klaar om de deur uit te gaan: zoontje van bijna vijf, dochter in de kinderwagen en ik. Zoontje zei nog: ik neem mijn paraplu mee, voor de zekerheid! Ons orakel kreeg gelijk: we waren nog niet eens halverwege of het begon te regenen. Een beetje maar, dat viel mee. De rest werd bewaard voor de terugweg.

Eind van de ochtend zoontje ophalen was het weer raak. Op zo'n heerlijk willekeurige parapluutje-open-parapluutje-dicht manier, en dat dan een paar keer achter elkaar. Als ik heel erg mijn best doe, is het tien minuten lopen naar school, maar je wordt flink nat in tien minuten. Vooral in een fijn warme, maar te korte en niet regenbestendige winterjas. Grrr.

Via de supermarkt naar huis, want uitgerekend vandaag wil zoontje dolgraag een croissantje eten. We móéten dan eerst nog naar huis voor een beker melk en de wc, en dan eigenlijk alweer terug om 's middags ook weer op tijd op school te zijn. Natuurlijk moet er dan eerst nog vlug een luier worden verschoond, en regent het tegen die tijd weer zo hard dat de regenhoes over de kinderwagen heen moet. Al vindt de kleine meid meestal van niet.

Op de terugweg hebben we de paraplu ook weer hard nodig, tot we tien meter verder zijn en de zon opeens doorbreekt. Je krijgt net lang genoeg de kans om je te verbazen tot de volgende bui zijn lading laat vallen. Met deze keer een regenboog erbij om het leed te verzachten.

Kleintje komt nauwelijks aan een middagslaapje toe voor we de deur alweer uit mogen: het is half drie. Ik zet het alarm van mijn mobieltje nog niet uit of er vindt een ware wolkbreuk plaats. Niet tien minuten eerder of een ruim half uur later, nee, nú. Regenhoes weer over de wagen, dit keer wel een regenjas aan (die is lang, maar weer niet warm).

(En nou ik het toch over die regenhoes heb, hè? Ben ik nou zo Bugaboo-challenged of zit dat klepje gewoon echt bij het voeteneind van die wagen? Dochtertje zit rechtop, dus als het al even droog is, blijft dat ding niet open staan. Ik moet me bukken om mijn hand (met koekje) erdoorheen te steken en de kleine heeft er eigenlijk helemaal niets aan dat dat flapje er is. Frisse lucht komt er ook nauwelijks doorgeen als het steeds dichtvalt.)

Koud en nat komen we aan bij school, waar de deur net voor onze neus dichtvalt omdat de meneer voor ons blijkbaar denkt dat hij alleen op de wereld is. Net als iemand anders de deur voor me opent en ik me naar binnen haast, bedenk ik dat ik met een uitgeklapte paraplu niet door de deur kom. Met een heup de wagen tegenhoudend, schuif ik vlug de druipende paraplu dicht - mét mijn vinger ertussen. Hoe kan het ook anders. Die is gelukkig zo koud dat de pijn pas tien minuten later doordringt (en nog een uur aanhoudt).

Dit is dus voor al die automobilisten die lekker warm en droog zitten en toch niet de moeite nemen om even gas terug te nemen zodat mensen-met-kinderen-en-wagens-en-paraplu's even kunnen oversteken om toch nog op tijd op school te zijn. En voor al die anderen die totaal niet begrijpen dat ik op zo'n dag niet veel meer gedaan krijg.