Traantjes, lachbuien en frustraties

Ik weet wel dat je tijdens je zwangerschap emotioneler kunt zijn om de gekste dingen. Niet dat ik nou in tranen uitbarst bij het minste of geringste, maar zeker de eerste drie maanden was ik net een tot leven gekomen knuffelbeertje. Wat ik me alleen na de laatste weken - vol gedoe met aannemers, vergunningen, architecten en ook gewoon kennissen - afvraag is: word je ook sneller kwaad om de kleinste dingen?

Een van de aannemers die we over de vloer hadden, hing namelijk een langdradig verhaal vol overbodige details op, naar mijn gevoel om indruk te maken, danwel te overdonderen. Na vrij lange tijd eindelijk de offerte binnen, belt hij een dag later met een relaas van zijn constructeur die zegt dat wat wij willen met de achtermuur (een draagmuur) waarschijnlijk helemaal niet haalbaar is. Jaaaa... ware het niet dat alle andere huizen die niet op de hoek staan bij voorbaat al hun pui aan die achtermuur hebben zitten en het bij dat andere hoekhuis ook al is gebeurd. Kortom: grrr.

Tweede voorbeeld? Een doodsimpel gesprek met kennissen dat opeens de structuur en klemtonen van een discussie begint aan te nemen omdat degene tegenover je met klem en standvastigheid iets zit te beweren waarvan jij gewoon weet dat het niet waar is. Bij de eerste dingen was ik wijs en liet ik het gaan, maar toen ik zo onverstandig was om het woord 'regenboog' te laten vallen tijdens de slotceremonie van de Olympische Spelen en er metee een opmerking volgde over dat homo's zich niet zo moeten propageren overal (alsof ze zieltjes willen winnen! Het zijn geen Jehovagetuigen, hoor!), kwamen de klauwen tevoorschijn.
Nee, geen zorgen, ik hield me heus wel in. Nog twee pogingen om door te dringen later gaf ik het maar op, maar wat mij vooral verbaasde van dit voorval was dat ik er uren later nog mee rondzeulde alsof het vuurtje nog nasmeulde terwijl ik de vlammen allang had gedoofd. Ik bleef er gewoon mee zitten. Met de verkeerde opvattingen van die persoon, maar ook met de irritatie die naar boven was gekomen.

En vandaag vormt de woningbouwcorporatie het derde voorbeeld. We informeerden naar de opzegtermijn en herhaalden wat hun medewerkster ons had verteld: we hebben een maand officieel en krijgen daar een tweede maand kosteloos bij, omdat zij nu eenmaal willen dat wij hier vertrekken. En daar wist de woningbouw ineens helemaal niets van. Het enige wat ik dan, nu dus alweer drie uur later, kan denken is: bel je collega dan maar, want dat heeft ze toch echt gezegd, en wat mij betreft is een mondelinge toezegging ook bindend genoeg, want we hebben er al op (en mee) gerekend.

Ik moest dit dan ook even van me af tikken, vandaar deze blogpost, want zo half gefrustreerd ga je niet lekker aan het vertaalwerk. Vooral niet namen verzinnen voor een kinderboek. Dus, hup, hup, even alle negatieve energie in deze vorm gieten en weg ermee. Al hoor ik uiteraard wel graag of iemand dit soort dingen herkent, of het niet alleen traantjes en lachbuien zijn die door hormonen worden versterkt, maar ook frustraties... Ja toch, hè?