The morning after: pas na twaalven weer een beetje mens

Wat me het allermeest verbaast aan het hele weer-gaan-werken-verhaal is wel hoe moe en gesloopt ik zelf ben. Daar had niemand me voor gewaarschuwd. Dat kinderdagverblijf en het gescheiden zijn van mijn kleintje leken mij al die tijd het grootste en meest onoverkomelijke obstakel. Ik had wel verwacht moe te zijn aan het eind van de dag, maar niet lichamelijk aan het eind van mijn Latijn. Maar dat is dus wel zo. Half ziek kom ik thuis en de volgende ochtend voel ik me geradbraakt.

Vanochtend heb ik de grootste moeite met wakker worden en blijven. Natuurlijk wil de kleine drinken en ik moet goed opletten dat ik niet in slaap val als ik dat liggend doe. Meestal gebeurt dat wel, dan vallen we allebei in slaap en dan heb ik geen idee hoeveel hij heeft gedronken. Maar dit keer is hij erg onrustig en hij laat vaak los, begint dan te huilen en probeert het nog een keertje. Tot ik van kant wissel, want daar hoeft hij wat minder moeite te doen. Wakker ben ik dan wel, maar nog lang niet bereid om op te staan.

Toch moet ik er een keertje aan geloven. En dan komt het: mijn kleintje wordt wakker en wil weer drinken en ik voel me gewoon op. Naar hem lachen lukt wel, maar ik moet er gewoon bij nadenken in plaats van dat het automatisch gaat. Zo moe ben ik dus. Het hele ritueel van drinken, luier verschonen en het ledikantje naar de woonkamer rijden is vermoeiend genoeg. Daar komt nog bij dat de kleine nog steeds aan het regelen is, zeer vaak aangelegd wil worden en verder de hele ochtend gewoon niet lekker in zijn velletje lijkt te zitten.

Meteen voel ik weer vraagtekens opkomen. Krijgt hij genoeg voeding binnen als hij zo onrustig drinkt en steeds loslaat? Komt hij daarom zo vaak? Zou hij toch last hebben van spieren of beknellingen, wat het consulatiebureau denkt? Heeft hij last van de warmte? Of is hij nu pas toe aan het verwerken van alle indrukken van zijn eerste hele dag in het kinderdagverblijf en is hij daarom zo jengelig? Met zulke kleintjes is niets te bewijzen en het blijft gokken, maar ik voel het alweer opkomen: als het door de crèche komt, dan kap ik ermee. Lekker weer een reden buiten mij om om me aan vast te klampen.

De rest van die ochtend voel ik me doodmoe, misselijk en een beetje ziekjes met mijn dikke keel, opgezette klieren en verstopte neus. Alles kost extra veel moeite, want de energie is er gewoon niet. De eerste bak koffie maakt nauwelijks indruk en die kleine heeft het zodanig moeilijk dat ik hem vaak optil en tegen me aanhoud, waardoor ik ook niet even brood kan klaarmaken. Gelukkig komt m'n moeder langs en ze helpt daarbij, en met de was en de afwas, want ik krijg niets gedaan zo. Elke keer als ik hem neer wil leggen, huilt hij erbarmelijk. En meestal wil hij drinken; ik blijf aan de gang.

Zo duurt het een eeuwigheid tot ik iets van werk kan verrichten. Want eigenlijk is vandaag mijn tweede werkdag, maar ik moet zeggen dat het me weinig kan schelen. Er zit gewoon geen fut in mij en ik kan gewoon niet aan de slag zo. Een collega belt dat hij de website nog even heeft gedaan, maar vanaf morgen is dat weer mijn probleem. Ideaal, dat is al zo'n tijdvretende klus en zoals het er nu uitziet, heb ik weinig tijd om te verspillen.

Pas rond het middaguur voel ik me weer een beetje mens. Ik lach weer, voel me wat rustiger en minder onzeker, ook al zijn de moeheid en misselijkheid niet heel veel gezakt. 's Middags kruip ik zelfs achter de laptop om 'iets' met die hele lawine van e-mails te gaan doen, maar daar valt niet doorheen te komen. Eerst maar reminders sturen voor apparaten die we hadden willen testen - en die ik in februari al had aangevraagd - maar die nooit zijn verschenen. En nog steeds de boel op een rijtje krijgen, want met dit geheugen (nog steeds onder invloed van hormonen) is dat ook een uitdaging.

Uiteindelijk valt de avond en ik heb weinig gedaan. Ik had niet anders verwacht; het kleintje heeft pas rond drie uur zijn draai gevonden en dan nog duurt het niet lang. Slapen is er niet bij. Toch voel ik me wat hem betreft weer de oude: alle geduld van de wereld en gewoon de borst geven wanneer hij erom lijkt te vragen. Dat kan vijf minuten zijn, het kan ook drie kwartier duren. Het zij zo, daar ga ik me niet tegen verzetten. Dat ik vandaag dus weinig werk verzet, is geen wonder. Maar deze eerste week verwacht ik - na gisteren - niet heel veel van mezelf.

Ik vraag me alleen af hoe het met mijn baas en mijn collega's zit. Die verwachten natuurlijk wel weer dat ik de draad oppak. Ik moet zelfs een eerste gil geven als ik hoor dat ik volgende week mee moet naar een gesprek. Hoe wil ik dat klaarspelen tussen de kolfsessies door? Maar mijn baas komt met een zogenaamd strak plan waarbij ik in drie uur tijd heen, daar en terug moet zijn - en dan wel meteen thuis. Ik geloof niet dat ik nee kan zeggen. En mocht het plan mislukken, dan kan ik dat de rest van het jaar gebruiken als ze weer zoiets verzinnen.