Gespleten persoonlijkheid

Het is nogal een heel verhaal bij elkaar, die eerste dag - en nu ook de tweede dag - werken. Ik heb me misschien niet goed genoeg voorbereid; niet op het feit dat ik zelf zo slecht in mijn conditie, energie en weerstand zit. Maar het gekke is dat de impact van die eerste maandag vandaag pas echt doordringt.

Het voelt namelijk alsof ik een beetje een gespleten persoonlijkheid ben geworden. Achter mijn bureau valt die rol van hoofdredacteur weer om m'n schouders. Ik ga toch alvast aan komende nummers denken en probeer alles op een rijtje te zetten. Door daar druk mee bezig te zijn, denk ik even niet aan mijn kindje - en dat bezorgt me drie tellen later een schuldgevoel. Want heel even lijkt het alsof dat allemaal niet gebeurd is. Alsof ik nooit ben weggeweest en alles meteen weer verdergaat in sneltreinvaart. En dat gevoel wil ik helemaal niet hebben.

Maar dan komt het kolfmomentje. Even rust in alle hectiek. Even weer denken aan iets anders dan werk, en dus automatisch aan het kleintje dat nu in de crèche zit. Want ja, hij is er echt. Hij bestaat, hij is echt en hij wacht tot ik hem kom halen. Dat maakt me blij en stiekem begin ik al uren af te tellen.

Ik vind het een raar gevoel om die combinatie te maken. Het moeder zijn is zo'n gevoels-iets, zo puur je emotionele kant. Dat werk en hoofdredacteurtje spelen is veel meer rationeel en verstandelijk. Die twee tegelijkertijd, naast elkaar doen, dat slurpt energie. Toch voel ik er niets voor om tijdens mijn werk die andere kant te (moeten) onderdrukken. Ik zal het woord 'kolven' in elk geval niet schuwen. Waarschijnlijk is dat ook wel goed met al die mannen om me heen, want die staan er niet bij stil hoeveel tijd dat kost en hoeveel energie ik wel of niet heb. Dus zal ik dat zelf moeten aangeven. En hopen dat er iemand luistert.

Aan het eind van de tweede dag denk ik ergens dat ik best wel wil werken. Het liefst thuis. Kleintje vlakbij in slaap en ik tikkend aan een verhaal. Dat is mijn droomscenario. Het werkt hier toch efficiënter, dat weet ik zeker. Minder gestresst ook. Kolven hoeft niet, en borstvoeding is niet vervelend, al is het nog zo vaak op een dag (mits het dan goed gaat).

Want zo aan het eind van de middag voel ik me weer wat beter. Ik ben bezig met aanvragen en mail, maar houd tegelijkertijd mijn kleine druif in de gaten en ik kan meteen reageren als hij z'n luier luidruchtig vol spettert of gewoon een knuffel wil hebben. Dat ik dan niet aan veel meer werk toe kom, vind ik nu niet erg. Het is de eerste week en het is een regeldag; het komt wel weer goed. Ik heb tenslotte tijdens het zwangerschapsverlof ook een boekvertaling af gekregen in niet eens meer uren dan ik normaal gesproken ervoor nodig heb. Dus het komt wel weer goed, het heeft alleen even tijd nodig.

Dus als ik het op kantoor niet volhoud, dan moet ik maar meer thuisdoen of meer werk uit handen geven en dus veel meer aansturen. Daar wil ik toch naartoe. Dat gespleten gedoe binnen mijn werk moet ophouden: en hoofdredacteur zijn en alles zelf schrijven, dat gaat me niet meer lukken. Dat moet ik ook niet willen. Maar dat werkt alleen als anderen dat ook niet van me verlangen, anders wordt het lastig. Of een heel dun tijdschrift. Dat is een zorgelijk punt: ik kan wel roepen dat ik niet alles meer zelf kan doen, maar er moet wel geluisterd worden. Ik kan wel freelancers inschakelen, maar die moeten wel op tijd worden betaald.

Kortom: als ik nou maar de energie en de tijd kan vinden, dan wil ik best werken, maar het liefst thuis, ongestoord en met mijn kindje binnen handbereik. Er zijn aardig wat werkzaamheden die ik gewoon, zelf, hier kan uitvoeren, dat is geen probleem. En dan kan ik de twee persoonlijkheden ook veel makkelijker combineren. Mijn zoontje vindt het namelijk niet erg als ik tegen hem kir en lach terwijl ik hoofdredacteur zit te wezen, want ik ben dan tegelijkertijd ook mama. Maar op het werk is dat anders, daar zit ik geen mama te wezen. Dat is dus ook precies waarom het niet helemaal lekker voelt.