Een moeder die toevallig ook nog werkt

Mijn man roept het al maanden: desnoods zeg ik mijn baan op. Wat dan nog? Dat is niet het eind van de wereld. Nee, maar wel het eind van een andere droom: een eigen huis. Zonder vast contract kun je een hypotheek wel schudden. En dat gaat heel zwaar aan mij knagen als we die door mij mislopen. Althans... als dat alleen maar voortkomt uit kindje missen en liever bij hem thuis zijn.

Al die maanden hoopte ik stiekem dat het bedrijf ten onder zou gaan. Dat scheelde mij een moeilijke beslissing nemen. Want ik wil best thuis blijven en moederen. (Ik zeg moederen, niet huisvrouwtje spelen.) Maar met de situatie zoals die na het gesprek van gisterochtend is, lijkt het bijna alsof mijn hart zich al heeft neergelegd bij een idee waar mijn hoofd nog aan moet wennen. Deze baan is zo goed als verleden tijd. Ik weet alleen nog niet per wanneer.

Laten we eerlijk zijn: zoals het de afgelopen maand ging, gaat het niet. Ik mag niet zo doorgaan. Ik wil niet straks echt overspannen thuis moeten zitten, want daar heb ik niks aan en mijn kind ook niet. En of hij het nou snapt of niet, mijn baas schiet er toch ook niks mee op als ik helemaal niets meer kan? Dan kan het niet anders of het gaat hem dik geld kosten om dat blad alsnog uit te geven. Want dat is het enige waarom hij geeft - dit najaar moet 'de klapper' gemaakt worden om geld te verdienen met advertenties. Dat hangt blijkbaar vooral op mijn tijdschrift - niet die andere drie. En toch mag ik geen enkele freelancer benutten om datzelfde magische blad vol te krijgen.

In mijn eentje ga ik het niet redden. Niet allemaal. Niet op tijd. Niet als het een dik nummer moet zijn, plus een website met dagelijks vers materiaal, plus al het geregel dat bij de baan van hoofdredacteur hoort. Zeker niet halve of hele dagen kwijt zijn aan een event of interview. Zeker niet het kolven van melk voor baby opgeven omdat dat voor mijn baan makkelijker zou kunnen zijn. Want ik weet nu al dat ik daardoor niet beter ga presteren of opeens zo geweldig veel meer kan doen.

Ten eerste is het mijn recht om te kolven en te voeden onder werktijd. Een kwart daarvan mag ik daaraan besteden per dag. En ik ben heus niet van plan die zes uur per dag strikt te nemen en verder niets uit te voeren. Heb ik nooit gedaan. Dat wil zeggen: zoals de situatie nu is, na de reactie van mijn baas, neig ik er wel toe om ze die extra inzet ook meteen maar te ontzeggen. Ik word er toch niet extra voor betaald als ik me extra inzet. En eerlijk gezegd is er totaal geen extra energie aanwezig om dat klaar te spelen.

Na gisteren werd het me heel duidelijk. Dat blad, dat is niet mijn 'kindje'. Ik heb een kindje en alles draait om hem. Als ik stop, vinden ze zo een ander. Niemand die erom zal treuren. Niemand die geen zaken meer wil doen als iemand anders het roer overneemt. Dat bedrijf valt niet om als ik wegga. Maar als het zo doorgaat, val ik om. En dat mag niet. Ik heb me al eens eerder vergist in een bedrijf en me loyaal willen opstellen waar ze mij op het allerlaatste moment alsnog lieten vallen als een baksteen. Daar trap ik dus geen tweede keer in.

Kortom, heel diep vanbinnen is het besluit al genomen. Dit keer wel. Als er niets verandert en deze maand weer zo loopt, dan stop ik ermee. Als ik weer dreig in te storten, dan is het voorbij. Jammer van het werk zelf, maar ik ga nu met tegenzin erheen en zelfs de leuke klussen zijn niet leuk genoeg meer. Ik voel me misselijk als ik over het werk pieker, ik kan niets uitbesteden en zelfs als ik een collega inschakel dan gebeurt er of helemaal niets of er wordt slecht werk geleverd.

Voor deze maand is mijn plan wel gewoon mijn best te doen, maar meer zit er niet in. Ik zal het blad maken - dat moet ook kunnen - maar minimaal aan de website werken en nauwelijks de deur uitgaan voor interviews of events (want dat kan gewoon niet met een kolftas onder mijn arm). Ik heb dat toch niet voor niets ruimschoots van tevoren al aangegeven. Toen was het nog: we springen wel bij, dat komt wel goed. Nu is het een schouderophalend 'niet mijn probleem'.

Over die uitspraak heb ik me nu al genoeg opgewonden. Als dat niet verandert en mijn baas niet inziet dat het wel degelijk zijn probleem is als het spaak loopt, dan krijgt hij de hik ook maar. Ik moet voor mezelf kiezen. Voor mijn kindje. Dat is het allerbelangrijkst.

Die baas vroeg zelfs of een kind en een baan wel te combineren was. Alsof ik me dat niet dagelijks afvraag. Maar ik zei eerlijk: als ik minder ga werken, kan ik het al helemaal niet in mijn eentje. Kortom: dan moet hij wel een ander aannemen of er geld in stoppen. Aangezien hij dat niet wil, lijkt minder werken me dus niet voor de hand te liggen. Maar ziek worden van de spanning en te hoge werkdruk betekent dat ik niet eens half werk kan doen. Dat kost hem nog meer geld. Al zag hij dat gisteren nog niet helemaal in, geloof ik.

Dus wat dat betreft vraag ik me nu vooral af of ik rond de Kerst nog een baan heb of aan een heel lange vakantie begin. Wie weet wordt het zelfs een verjaardagscadeautje. Het vereist wel een wonder wil ik er na januari nog zitten. Zoals het er nu uitziet is namelijk zelfs een hypotheek dit gelazer niet waard. En uit redelijk betrouwbare bron heb ik vernomen dat mijn baas in januari denkt me gewoon weer vier dagen op kantoor te hebben. Ik maar denken dat ik duidelijk genoeg geweest ben dat ik nu niet en nooit niet meer dan twee dagen kinderdagverblijf wil regelen. Dus als dat waar is, dan duurt mijn hoofdredacteurschap toch maar tot eind dit jaar. Dan maakt een maandje of wat ook niet meer uit.

Als ik het zo beredeneer, word ik merkwaardig kalm. Tegelijkertijd wil ik - vooral mezelf - bewijzen dat ik wel degelijk kind en blad kan combineren. Blad wel, maar de rest eromheen niet. De rest die opgevangen zou worden en die ik met hulp van buitenaf er ook nog bij zou kunnen doen.

Wat mij betreft was ik duidelijk: ik ben maandag en donderdag op kantoor en dus beschikbaar voor interviews, evenementen, afspraken en eventueel werken met het opmaakprogramma dat ik thuis niet aan de praat krijg. De overige dagen werk ik thuis, zonder uitzondering (want als ik die een keer maakt, ben ik de klos). Ik laat me niet voorschrijven mijn moeder in te schakelen als oppas of een extra crèchedag te regelen (die mag ik vast niet declareren, namelijk) en ik geef al helemaal het kolven en borstvoeden niet op, want dat vind ik nou belangrijk.

Ik ben anders teruggekomen van het verlof. Namelijk als moeder. Een moeder die toevallig ook een baan heeft. Dat snappen ze niet of ze zien het niet zo. Het betekent echter ook dat ik niet meer overal 'ja' op zeg als me wat gevraagd wordt. Ik laat niet meer over me heen lopen. Ik moet aan mezelf denken en me niet meer in bochten wringen om iedereen maar een plezier te doen. En als ze echt volhouden dat een burn-out-op-de-loer niet hun probleem is, dan komen ze er gauw genoeg achter hoezeer ze het mis hebben. Ik ga in elk geval niet afwachten tot het zover is.