Gevoel kun je niet regelen

Na alles wat ik in het vorige bericht heb getikt, ziet de perfectionist in mij iets om zich helemaal aan vast te klampen. Midden in al die oncontroleerbare chaos die wordt veroorzaakt door hormonen, hersenspinsels, schuldgevoelens, verwachtingen van anderen en door de maatschappij opgelegde eisen, ziet die perfectionist een klein lichtpuntje. Het schema. De regelmaat. Het vooruitplannen, want dat betekent controle krijgen. Rust scheppen. Alles behapbaar maken.

Zoals je voor een kleuter de boterham in piepkleine vierkantjes snijdt - mijn moeder noemde dat vroeger taartjes, elk met een klein kloddertje jam erop - zo kun je ook alledaagse chaos verdelen in kleine segmenten en die elk apart zien te onderwerpen zodat je er wel wat mee kunt beginnen. Dat klinkt logisch en dat is het ook. Je stelt een dagritme vast voor de baby - dat is goed voor hem - en daarmee schep je voor jezelf ook wat voorspelbaarheid en ruimte om aan de slag te gaan, of dat nou is met werken of eindelijk eens bijslapen of het doen van een was of een film kijken met een doos bonbons op schoot.

Ja, dat klinkt dus logisch. Ook iets waar de perfectionist in mij van houdt. Maar dat is dus wat er zo ontzettend verandert als je moeder bent geworden. Alle logica gaat de deur uit. Je hoofd schreeuwt dat het allemaal wel te doen is, dat anderen het ook doen, dat het een kwestie is van wennen, dat je het beste met je kind voor hebt, dat hij er ook baat bij heeft, dat je een hele waslijst aan argumenten kunt opdreunen waarom het ook helemaal geen kwaad kan weer naar je werk te gaan. Maar je hart hoeft maar even iets te fluisteren en het wint het elke keer weer.

Die gouden glimlach als baby je gezicht ziet 's ochtends bij het wakker worden, de pruttelgeluidjes als hij zich even moet vermaken in zijn wiegje, het tevreden smakkend op zijn vuistjes sabbelen in het wipstoeltje, de kleine, klamme handjes op je huid tijdens de borstvoeding... Zelfs de half hysterische huilbui om joost-mag-weten-wat-voor reden; gek genoeg winnen die het allemaal van de hypotheek, huur, belastingdienst, het pensioen- en ziekenfonds en al die andere vaste lasten en uitdrukkelijk praktische op-papier-zijn-ze-heel-belangrijk-dingen.

En daarom weet ik niet wat ik ermee aan moet. Tot op de laatste dag, het laatste uur zal ik twijfelen of ik er goed aan doe. Ik zal me nauwelijks kunnen concentreren, zal steeds verlangend naar de telefoon staren en me toch proberen in te houden het kinderdagverblijf niet elk half uur te bellen (ook al mag het van ze) en ga rennend naar de trein als het tijd is om naar huis te gaan. Misschien neem ik elke dag wel een uur vrij zodat ik eerder weg mag, als het niet binnen de kolftijd past.

Ik hoop dat mijn kindje de crèche ziet zitten en er kan wennen, maar toch zal ik me blijven afvragen of ik nou een slechte moeder ben, of ik niet beter thuis kan blijven, of hij er niet veel meer bij gebaat is als ik thuis ben, elk moment bij hem. Zoals mijn moeder zegt: dat maakt het misschien nog wel zwaarder als hij naar school moet. Maar dat is nog zo ver weg.

En ja, ik snap de voordelen ook wel. Betere sociale vaardigheden, volgens sommigen zelfs een hogere intelligentie... Ja, ja, alsof ik het er zo slecht vanaf heb gebracht. Ik denk dat er zowel voor thuis blijven als de crèche iets te zeggen valt. Maar dat al die dingen alleen maar rationele, logische, op feiten gebaseerde argumenten zijn die niets te maken hebben met hoe het voelt. Toegegeven, ik weet pas hoet het voelt als ik het probeer. Maar mezelf die vette belofte voorhouden dat ik mag stoppen als ik het niet trek... maybe I'm just kidding myself, in de hoop dat het niet nodig is. De stok achter de deur die je niet wilt hoeven gebruiken. De joker die je liever niet te vroeg in het spel al kwijt bent. De chocoladereep die je alvast verstopt ook al neem je je voor niet meer te snoepen.

Als ik alles - logisch - uitreken, kunnen we het ons nauwelijks veroorloven dat ik stop met werken. Ja, we kunnen kappen met apparaten kopen en op de boodschappen is misschien ook nog wat te besparen, maar die hypotheek ga je niet redden met maar een salaris. Niet als je meer wilt dan een tweekamerflat. Niet als je hoopt op een leuk huisje met voldoende ruimte voor het broertje of zusje waar je nu nog totaal niet mee bezig bent, maar voor wie je al wel de naam bedacht hebt. Dus de grote vraag is hoeveel ruimte er in al die logica bestaat voor gevoel. Of het niet met een there, there weer weggeklopt moet worden omdat de realiteit - die akelige Grotemensenwereld - nou eenmaal zo in elkaar steekt. Hoe vreselijk die waarheid ook is.